Sociale media

2 berichten

Ommekeer

Vanmorgen las ik een krantenbericht over de terugvordering van een Participatiewetuitkering door de gemeente Eindhoven. Een bijstandsechtpaar had van hun volwassen kinderen een behoorlijke periode maandelijks geld gekregen en dat wordt nu teruggevorderd. Opgevraagde bankafschriften toonden de betalingen onweerlegbaar aan. Het geld was onder andere een ‘vergoeding’ voor het feit dat ze vaak bij hun ouders hadden gegeten.

De inhoud

Alles bij elkaar hebben de kinderen € 8.408 aan hun ouders overgemaakt, omgerekend € 420 per maand over een periode van ongeveer een jaar. De zaak is overigens aan het licht gekomen door een anonieme tip. Want in Eindhoven bestaat die mogelijkheid. De tipgever is dus niet naar het gezin gestapt om ze op hun ‘overtreding’ te wijzen (voor zover we weten, want in het artikel staat geen voorgeschiedenis), maar heeft de gemeente ingelicht zonder zichzelf bekend te maken.

De gemeente Eindhoven vordert bijna € 11.000 terug – meer dan het echtpaar heeft ontvangen, waarschijnlijk het gevolg van brutering vanwege de leeftijd van de vordering – en legde in eerste instantie ook nog een boete op van € 1.800. Die boete is na bezwaar gehalveerd, de terugvordering blijft bestaan.

Uiteindelijk is de zaak bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) terechtgekomen. De CRvB is de hoogste (!) bestuursrechter in socialezekerheidszaken. Mevrouw mr. F. Hoogendijk is glashelder in haar vonnis: het echtpaar had er bij stil moeten staan dat die bedragen mogelijk van invloed waren op de bijstand, en de opgelegde boete is evenredig aan de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de overige over appellanten (het echtpaar) gebleken omstandigheden.

Dat betekent dat ze nu 10 jaar (!) lang iedere maand € 75 moeten aflossen van hun bijstandsuitkering.

Vergissen is menselijk

Aan de andere kant heeft het Eindhovense college beloofd dat burgers het ‘Recht op vergissen’ zouden krijgen, nadat CDA, ChristenUnie, Denk en VVD met een motie hiertoe kwamen. Eindhovenaren mogen een fout maken zonder dat daar direct een boete aan vastzit, was de bedoeling. Vooral omdat er geen sprake hoeft te zijn van kwaadwillendheid, dan wel dat onbegrip van de wet- en regelgeving een rol kan spelen. De motie zelf is ingetrokken na toezegging van (intussen voormalig) wethouder Yasin Torunoglu om de geest van de motie te omarmen en de directeur sociaal domein Yvonne Bieshaar te vragen of ze dit nadrukkelijk wil communiceren.

Natuurlijk verwijst het bericht in het AD naar de Wijdemerenaffaire, maar ook andere vergelijkbare gevallen, waar landelijk veel ophef over ontstond. In Wijdemeren is de terugvordering ook in stand gebleven na de uitspraak van de heer mr. O.L.H.W.I. Korte van de Centrale Raad van Beroep.

Een juridisch sluitend verhaal. Met de kanttekening dat de belofte destijds van de wethouder niet is beklijfd. Daarnaast valt over het anoniem tips aan de gemeente doorgeven nog wel een en ander te zeggen. Iets met smaakvol en beschaving.

Opwinding

Wat ook opvalt is de opwinding. Vooral van mensen die vinden dat fraudeurs stevig aangepakt moeten worden. Die uitkering wordt ten slotte betaald van hun belastinggeld. Waar zij keihard voor gewerkt hebben. Dus straffen die handel!

Even een rekensommetje. In 2023 bedragen de inkomsten van het Rijk € 366,4 miljard. Daarvan is 21,9% loonbelasting. Dat komt neer op € 80,2 miljard. In Nederland hebben 9,7 miljoen mensen betaald werk. Dat betekent dat we in Nederland gemiddeld € 8.272 per jaar aan loonbelasting betalen. Dat niet iedereen evenveel belasting betaalt, weten we ook. Dat is – helaas – een andere discussie.

De mensen die vinden dat fraudeurs op hún belastingcenten teren, beseffen nauwelijks wat ze zeggen. Technisch gesproken hebben ze gelijk, maar qua persoonlijke bijdrage aan de totale opbrengst loonbelasting, valt hun argumentatie volkomen in het water. Persoonlijk dragen zij slechts 0.00001% bij aan die in totaal € 80,2 miljard loonbelasting. Oftewel: ze hebben op jaarbasis acht en een halve eurocent loonbelasting ‘verloren’ aan de zobenoemde fraude van het Eindhovens echtpaar. Klein bier, heette dat vroeger. Voorwaar iets om je flink over op te winden.

In totaal staat in het vierde kwartaal van 2022 een bedrag van € 570 miljoen aan fraudegerelateerde vorderingen open. Het betreft fraudevorderingen in de bijstand die vanaf 2013 zijn beschikt. Dat betekent dat de afgelopen tien jaar voor gemiddeld € 57 miljoen aan fraudegerelateerde zaken zijn vastgesteld. Ook hier geldt een voorbehoud: de definitie van fraude (opzet, grove schuld, verwijtbaar, verminderd verwijtbaar) is op zijn minst onderwerp van gesprek.

Nu terug naar de opgewonden mensen die keihard werken en belasting betalen. Stel dat het bedrag klopt: € 57 miljoen per jaar aan fraude. Dat is 0,07% van de totale opbrengst inkomstenbelasting. Dat betekent dat iedereen met betaald werk op jaarbasis € 588 ‘kwijtraakt’ vanwege gepleegde fraude. Dat is minder dan € 49 per maand.

Best een aardig bedrag, maar niet bepaald wereldschokkend. Zeker niet omdat wij en zij het niet rechtstreeks in onze portemonnee voelen. De loonbelasting is immers al afgedragen. Natuurlijk is het een welkom bedrag, die € 12,50 per week. Voor sommigen heel wat. Zeker wanneer je van een minimum moet rondkomen. Zoals het Eindhovens echtpaar dat de touwtjes nog maar nauwelijks aan elkaar geknoopt krijgt en zodoende door hun kinderen wordt gesteund. Maar om nou te beweren dat het daarom per definitie profiteurs zijn die het vel over de oren gehaald moet worden, gaat erg ver.

Handhaving tegen de klippen op

Nog een ander gezichtspunt. Wat is eigenlijk het prijskaartje van al die (harde) handhaving? Het hele traject loopt over nogal wat schijven: van tiplijn naar sociale recherche, naar bijstandsconsulent, naar kwaliteitsmedewerker, naar ambtenaar terugvordering en verhaal, naar bezwaarcommissie, naar beroep bij de bestuursrechter, naar hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep en uiteindelijk naar de medewerker uitkeringsadministratie om de terugvordering (mogelijk geautomatiseerd) maandelijks te verrekenen.

Dat moet toch een lieve cent kosten. De vraag is natuurlijk of al die personele, juridische en automatiseringskosten wel opwegen tegen het terug te vorderen bedrag. Of doen die uitgaven niet ter zake, omdat fraude nooit mag lonen en te vuur en te zwaard bestreden moet worden?

Kosten waarvoor die opgewonden belastingbetaler overigens ook opdraait. Zou hij dat wel beseffen in zijn blinde drift?

Onschuldpresumptie

In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) staat de onschuldpresumptie uitdrukkelijk vermeld. In het Engels: innocent until proven guilty. Dat is het uitgangspunt, ook in de Nederlandse rechtspraak. Iemand is pas schuldig als het vermoeden van onschuld met onweerlegbare feiten weersproken wordt. In het verhaal over het Eindhovens echtpaar is de schuld – vanuit juridisch oogpunt – onomstotelijk vast komen te staan. De bankafschriften spreken duidelijke taal. Toch is er iets in de argumentatie van de rechter, dat ruimte biedt voor een nuance in dit relaas. Zij zegt: “Het echtpaar had er bij stil moeten staan dat die bedragen mogelijk van invloed waren op de bijstand”. Daarin zit de veronderstelling dat het echtpaar dezelfde taal spreekt en hetzelfde begrippenkader hanteert als de ambtenaar die hen destijds heeft geïnformeerd over de rechten en plichten van iemand die een Participatiewetuitkering ontvangt.

Dat is nogal een aanname. Want wat is inkomen nou precies? Geld dat je krijgt omdat je werkt. Natuurlijk. Geld dat je ontvangt omdat je een (andere) uitkering krijgt. Natuurlijk. Geld dat je van je kinderen krijgt omdat ze bij je eten en ze niet willen dat je daardoor financieel in de knel komt. Minder natuurlijk. Het kan daarom heel goed zijn dat het echtpaar vanuit een andere definitie van inkomen de uitgelegde rechten en plichten uitstekend heeft toegepast. Want geld van je kinderen krijgen is geen inkomen, maar een lief steuntje in de rug in barre tijden.

Daarom bij deze het pleidooi voor de introductie van een nieuw begrip: naïviteitspresumptie. Mensen kunnen in gesprek met vertegenwoordigers van overheidsinstanties volmondig bevestigen dat ze het begrepen hebben en er tegelijkertijd volkomen naast zitten. Eenvoudigweg omdat ze een andere inhoudsbepaling en woordverklaring bezitten dan de ambtenaar die tegenover ze zit. Twee werelden die schijnbaar in overeenstemming zijn, maar in de praktijk botsen en langs elkaar heen praten, omdat er op fundamenteel niveau een verschillende taal wordt gesproken. Beiden doen hun best, maar de boodschap is niet overgekomen, omdat begrippen wederzijds onvoldoende zijn geijkt. N.B.: tussen ambtenaren onderling kan dit verschijnsel eveneens optreden. Met alle gevolgen van dien.

De stelling “Het echtpaar had er bij stil moeten staan dat die bedragen mogelijk van invloed waren op de bijstand”, komt daarmee in een geheel ander licht te staan. Want de ambtenaar heeft in alle naïviteit gedacht dat het goed is uitgelegd en het echtpaar heeft in alle naïviteit gedacht het goed begrepen te hebben. Ierse toneelschrijver en winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur George Bernard Shaw schreef het al: “Het voornaamste probleem van communicatie is de illusie dat het heeft plaatsgevonden.”

Wat zou het mooi zijn als de rechter dit verschijnsel, de ruis tussen de communicatiepartners, zou meenemen in haar uitspraak door naïviteitspresumptie onderdeel te laten zijn van de overwegingen in het vonnis. Wat mogelijk tot een heel andere beslissing zal leiden.

Landsadvocaat

Laatste invalshoek. Afgelopen 2 juni 2023 kreeg de Tweede Kamer een brief van demissionair minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid. Daarin meldt zij de kosten die de landsadvocaat, de advocaat van de Nederlandse staat, in het jaar 2022 in rekening heeft gebracht. Sinds 1 september 2018 is Reimer Veldhuis landsadvocaat en geeft bij advocatenkantoor Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn leiding aan de afdeling Centrale overheid. Verdeeld over diverse ministeries en kostenposten heeft Reimer Veldhuis met zijn afdeling in totaal € 34.914.000 gedeclareerd. Ik herhaal: afgerond € 35 miljoen.

Dit zijn de landsadvocaat met zijn team die destijds minister Carola Schouten hebben geadviseerd te volharden in haar weigering studenten de energietoeslag toe te kennen. In een uitgebreide motivering acht hij de uitsluiting van die groep verdedigbaar, ondanks diverse rechtszaken die studenten in het gelijk stelden.

Ook is de landsadvocaat degene die tot het uiterste ging om een gedupeerde van de Belastingdienst geen toegang te geven tot zijn eigen dossier. Bovendien is hem bij voortduring om advies gevraagd tijdens het zich nog altijd voortslepende, mensonterende toeslagenschandaal, wat onder meer blijkt uit zijn verweerschrift over de aangifte van toenmalige staatssecretarissen Alexandra van Huffelen en Hans Vijlbrief tegen ambtenaren van de Belastingdienst vanwege mogelijke knevelarij en beroepsmatige discriminatie. Die aangifte was niet nodig geweest, want de ambtenaren hadden niks strafbaars gedaan.

Weten deze opgewonden mensen die protesteren tegen het verkwanselen van hun loonafdracht over het zuurverdiende geld, dat zij Veldhuis mede bekostigen van hun belastingcenten? Dat ze maandelijks € 30 meebetalen aan een landsadvocaat die ervoor zorgt dat de rechten van mensen structureel belemmerd worden, in samenwerking met een overheid die eindeloos kan procederen vanwege een onuitputtelijke financiële bron? Mensen zoals – mogelijk – zijzelf; of hun kinderen die (straks gaan) studeren en op kamers wonen?

Ommekeer

Het is de selectieve verontwaardiging die zoveel verbazing wekt. Woede die niet zelden op onwetendheid, halve waarheden en desinformatie is gebaseerd. Frustratie die wordt gevoed door angst voor verlies, een persoonlijk trauma, misplaatste jaloezie of gebrek aan welbehagen over de eigen situatie. Het wantrouwend mensbeeld dat als een spook door onze samenleving waart, schiet steeds dieper wortel, tiert welig als heermoes of witte klaver en lijkt onuitroeibaar. De onwil ook om iets tot de bodem uit te zoeken voordat een mening de ether in wordt geslingerd, is hardnekkig. De razende reactie vaak, die van geen nuance wil weten, het vuur bij anderen oppookt en polariserend een spoor van vernieling trekt, aangewakkerd door rücksichtslos fanatisme dat geen onderscheid meer ziet tussen feit en fictie.

Het oordeel is al geveld. Zonder de situatie persoonlijk te kennen. Want is er nou werkelijk sprake van verrijking door het Eindhovens echtpaar? Leven ze echt in weelde en profiteren ze gewetenloos van overheidsgeld? Natuurlijk niet. Er is helemaal geen rijkdom door misbruik van gemeenschapsgeld. Zoals er in de meeste gevallen van (zogenaamde) fraude helemaal geen overvloed is aan te wijzen.

Het juridisch verhaal kan me gestolen worden. De oorzaak ligt bij fundamenteel gebrek aan bestaanszekerheid als gevolg van een verwrongen mensbeeld op basis van institutioneel wantrouwen. De overheid werkt dit soort gedrag zelf in de hand. Garandeer een bestaansinkomen en wat nu (in de meeste gevallen) fraude wordt genoemd behoort (in de meeste gevallen) tot het verleden. Het is geen fraude, het is overlevingsdrang, teweeggebracht door een wetgever die aan cognitieve dissonantie lijdt, waar de degene die (noodgedwongen) een beroep doet op inkomensondersteuning, het slachtoffer van wordt. De structurele onbetrouwbaarheid zit bij de (lokale) overheid, niet de burger.

Want het is een mythe die om onbegrijpelijke redenen in stand wordt gehouden. De mythe dat deze oplichters wentelend in een zwembad vol geld als Dagobert Duck door het leven gaan. Het drogbeeld van dikke auto’s en reusachtige televisies. Een schofferende representatie, die door menig ambtenaar, beleidsmedewerker, bestuurder, politicus en burger gecultiveerd en verdedigd wordt. Omdat het op een of andere manier in de (persoonlijke of politiek-bestuurlijke) agenda past.

Hamvraag blijft wat de gemeente Eindhoven nou precies wil uitdragen met deze maatregel. Welke boodschap zendt ze uit? Wat willen bestuurders, beleidsmakers en uitvoerders ons vertellen? Welke innerlijke drijfveer of strategische overwegingen noopt hen ertoe dit echtpaar op deze manier aan te pakken? Kan iemand daar een antwoord op geven?

Het is de hoogste tijd om op te houden met het nemen van dit soort besluiten. Want het gif van het waanidee dat mensen met een uitkering potentiële profiteurs en fraudeurs zijn, sijpelt steeds dieper door in onze maatschappij. Stop met verspreiding ervan. Het is tijd voor een radicale remedie. Een draai van honderdtachtig graden naar vertrouwen, mededogen, liefde, persoonlijke betrokkenheid. De enige manier om dit tij te keren.

Niet aangesloten

Op LinkedIn las ik een post over de inzet van ervaringsdeskundigen. Over de mate waarin gemeenten van hen gebruik (willen) maken, over mogelijk professionalisering en over een beroepsregistratie. Natuurlijk werd er op gereageerd. Hier en daar genuanceerd, maar vooral minder genuanceerd. Vrijwel iedere uitwisseling van meningen mondde uit in (verhulde) verwijten, het debiteren van persoonlijke stokpaardjes of gemopper en verontwaardiging. Vrijwel alles draaide om gelijk hebben en krijgen, niet meer om spreken over diverse standpunten.

Tendens

Dat zie ik veel vaker. Eigenlijk bijna altijd. En niet alleen op LinkedIn. Ook op Twitter vliegen de beschuldigingen binnen de kortste keren over en weer. Het onderwerp maakt niet uit: klimaat, vaccinatie, Zomergasten, schuldenindustrie, Sifan Hassan, gender, Steven Berghuis. Het weerhoudt me steeds meer om nog te reageren. Tijdens het schrijven van een reactie, hoor ik de tegenwerpingen al in mijn hoofd. Waarna ik het maar laat. Geen zin in de discussie. Ook niet goed, ik weet het. Maar de energie die het kost, is het me gewoon niet waard. Wanneer het luisterend oor zich niet toont, waarom dan blijven praten?

Want een normaal gesprek op sociale media lijkt vrijwel onmogelijk geworden. Polarisatie en genotzucht zijn troef. Militante presentatie en positionering is gemeengoed. Bijna iedereen verheft zijn of haar opvatting tot universele waarheid, tegenspraak wordt niet geduld. Er wordt niet meer geluisterd, er vindt geen zelfonderzoek plaats, er is geen ruimte voor een ander geluid. De drift om eigen visie te profileren mag door niemand gehinderd worden. Het extremisme van über-egocentrisme zonder weerga, dat iedere vorm van (schijnbare) kritiek nietsontziend verwerpt. Niet eens meer een suggestie van een moreel kompas.

Tegenargumenten worden genegeerd of op cynische dan wel sarcastische toon met de grond gelijk gemaakt. Zogenaamd humor, maar uiteindelijk denigrerend en respectloos. Die toon krijgt vaak wel veel bijval. Je wordt populair als je iemand schertsend onderuit kunt halen. Wat de gebruiker overtuigt dat hij of zij goed bezig is. Wat ervoor zorgt dat op een gegeven moment bijna geen enkele reactie nog neutraal is, maar vrijwel altijd gedrenkt in een vileine pen. Want ik ben toch leuk en gevat?

Het wordt ook direct persoonlijk. Er bestaat geen onderscheid meer tussen gespreksonderwerp en individu. Iedere redenatie die niet in het straatje past, wordt als persoonlijke aanval gezien en als zodanig behandeld. De bijl erin. Na enkele (weer)woorden vliegen kwalificaties als dom, gevoelloos, intimidatie, racisme en discriminatie in het rond. Om over het dreigen met geweld nog maar te zwijgen. Beschamend eigenlijk.

Onderstroom

Ik vind het echt verbazingwekkend dat er bijna niet meer op kalme toon met elkaar gesproken kan worden. We prevelen vooral voor eigen parochie in de echoput van ons eigen gelijk. Wat zijn we het toch met elkaar eens! Totdat er ineens een ander idee opduikt. Maar dat was niet de bedoeling. Dat kunnen we niet tolereren.

Wat gebeurt er nou eigenlijk? We denken anders over dingen. Daar is niks mis mee. Want we kunnen nog gewoon naar elkaar luisteren en met elkaar in gesprek gaan, in plaats van direct in vechtstand te schieten en met hand en tand onze eigen mening te verdedigen, schuilend achter de relatieve veiligheid van het toetsenbord. Maar dat gebeurt niet – het luisteren is een gepasseerd station.

Dat online geruzie draagt zelden iets bij. De verzuring, de agressieve stemmingmakerij, het korte lontje, de heimelijke gramschap – ze staan daadwerkelijke uitwisseling in de weg. Hoe omzichtig je ook formuleert, er is altijd nieuwe bewijslast die jouw ongelijk aantoont, waarna je onmiddellijk tot de categorie slecht en onbetrouwbaar en leugenachtig behoort. Het verwordt tot een polemiek die nergens toe leidt.

Dat ultieme goed/fout-systeem, die drang alleen in zwartwit te denken, spreken en handelen, lijkt onuitroeibaar. Het maakt ook veel kapot. Omdat er niet meer naar gezamenlijkheid wordt gezocht. Het is jij of ik. Wij of zij. Ik tegen de rest van de verachtelijke wereld. De neurose van het parallel universum waar alternatieve feiten en waanbeelden regeren.

We zien het ook in de politieke fragmentatie. De vele (splinter)partijen bestaan omdat iedere mening het ‘recht’ heeft verkondigd te worden, vindt men. Maar de versnippering helpt waarschijnlijk niemand. Mogelijk alleen het ego van degene die aan het woord is, met de vergaarde stemmen als mandaat.

In de wereld van schulden en armoede is het nauwelijks beter. De belangen teisteren iedere vorm van gesprek. Producten worden in de markt (!) gezet, onderzoeken stapelen zich op, bewindspersonen promoten wetgeving die door ambtenaren zonder enige voeling met de dagelijkse praktijk is geschreven. Iedereen pretendeert de wijsheid in pacht te hebben. Ons voorstel is het beste! Ons idee gaat alles oplossen. Een lobby die, gesteund door allerlei ‘belangrijke’ mensen, het zoveelste ei van Columbus presenteert. Subsidies worden opgestreken, maar het resultaat bedroevend. Alles is gericht op eigen slagen, op  de kleine bubbel waarin het allemaal klopt, losgezongen van de realiteit.

Ook hier neemt men elkaar op onsympathieke wijze de maat. Want jouw nummer één positie dient koste wat het kost behouden te worden. Instanties gaan rollebollend door de coulissen en over straat. Steken elkaar de loef af met nieuwe congressen, handleidingen en applicaties. Geen enkele samenwerking. Voor de bühne misschien. Maar het gesis achter de schermen, het gevecht om het voetlicht, wordt zonder genade gevoerd.

Kanteling

Er heerst veel onvrede. Woede. Onmacht. Strijd. Onbegrip. Wantrouwen. Er gebeuren allerlei dingen waar we geen controle over hebben. Terwijl we menen dat we het ‘recht’ hebben om over alles zeggenschap te hebben. Alles is maakbaar. Niets ligt buiten ons bereik. De wereld is van ons. Alles staat ten dienste van ons. Alles is van mij. Voor mij. Altijd.

Die grondgedachte. Die ieder besef van diepe verbinding met elkaar overschreeuwt. Die voortkomt uit de angst het leven niet te kunnen beheersen. Die het verzet voedt tegen overgave aan dat wat anders is dan wijzelf. Die introspectie voorkomt. Die alles laat stollen wat vloeibaar is. Die het duistere viert, terwijl het licht niets anders wil dan zijn.

Laten we aansluiting vinden. In onverwoestbare vriendelijkheid. Samen is zoveel aangenamer. Ook op sociale media.