Maandelijkse archieven oktober 2024

2 berichten

Intensieve geldhouderij

Vast-zitten aan vorm- en waardestelsels,

noodzaakt tot aanvaarding van de consequenties,

nèt zolang tot de vóór-ingenomenheid blijkt,

doorbroken wordt, overwonnen is.

Reinoud Fentener van Vlissingen – Dakloos geborgen

De (zichtbare en onzichtbare) geldstromen in Nederland en de wereld worden door heel veel instanties en organisaties beheerst. Voor de gemiddelde burger is dit systeem nog nauwelijks te begrijpen. Terwijl de hoogte van ons aller inkomen afhankelijk is van die (mondiale) geldstroom.

De inkomenshoogte van Nederlanders die niet kunnen werken, wordt bepaald door hoogopgeleide mensen die op basis van rekenmodellen en statistieken bepalen wat een aanvaardbaar minimuminkomen is. Daarover is op 17 oktober een rapport verschenen. Dit minimuminkomen wordt vastgesteld door de overheid (landelijk en lokaal), door economen en adviesbureaus, door banken en kredietverstrekkers, door beleggers en investeerders, door vakbonden en werkgevers, door incassobureaus en deurwaarders, door schuldhulpverleners, door bewindvoerders en door budgetcoaches. Een duizelingwekkend aantal instanties bepaalt voor ons allemaal hoeveel geld we krijgen om van te leven.

Centrale geldregisseur

Stel je voor dat er één persoon is die al die stappen in dat systeem allemaal achter elkaar uitvoert, voor heel veel mensen tegelijk. Het hele proces, van A tot Z, onder verantwoording van die ene medewerker.

Te beginnen met het verstrekken van onvoldoende inkomen om van rond te komen op basis van de door experts bedachte rekensommen. Om vervolgens te adviseren een lening af te sluiten om dat tekort (tijdelijk) te compenseren. Om daarna met maatregelen te dreigen wanneer er op die lening(en) een betalingsachterstand ontstaat. Om vervolgens tevergeefs met de werkgever te onderhandelen over een hoger salaris. Om daarna schuldhulpverlening aan te bieden zodra de achterstanden onoverkomelijk zijn, waarna een groot deel van de leningen wordt kwijtgescholden die eerder zijn verstrekt. Om ten slotte een cursus aan te bieden om te leren beter met het tekortschietende inkomen om te gaan en vooral om te begrijpen dat het aan jezelf ligt dat je niet rondkomt iedere maand.

Al die stappen. Onder verantwoordelijkheid van één persoon. Dat houdt geen gezond persoon vol. Het zorgt zeer waarschijnlijk voor wanhoop, verscheurdheid en gewetensnood. Want het laat zien hoe krankzinnig het opgetuigde systeem is. Niemand met een goed werkend stel hersens kan uitleggen waarom de geldstroom zo absurd ingewikkeld, onrechtvaardig en ongelijk is georganiseerd.

Daarom hebben we termen als eigen kracht, genoegzaam besef van verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, doenvermogen en bestaansminimum gemunt. Zodat we de ontvanger van het weinige geld verantwoordelijk kunnen houden voor de financiële ellende en het systeem van iedere schuld kunnen vrijwaren. Terminologie die als flinterdun (juridisch) schild tussen het systeem en de potentieel radeloze medewerker fungeert. Om levensgevaarlijke wroeging bij de uitvoerder te vermijden.

Gekkenwerk

Die ene persoon, die telkens weer voorrekent waarom er geen toereikend bestaansinkomen is, uitlegt waarom er dus geleend kan worden, waarom dat krediet ondanks het inkomensgebrek met rente en kosten afgelost moet worden, waarom het duurder wordt gemaakt als er een betalingsachterstand ontstaat op de aflossing van de lening die nodig is om het ontoereikende inkomen aan te vullen, waarom de werkgever door inflatie niet in staat is meer salaris te betalen, waarom schuldhulpverlening nodig is om de problematische schulden op te lossen die zijn ontstaan door de betalingsachterstand op de lening die nodig was omdat er besloten is onvoldoende inkomen te verstrekken, waarom de cursus gevolgd moet worden die uitlegt hoe het komt dat er bewindvoering en schuldhulpverlening nodig is om de problematische schulden op te lossen die zijn ontstaat door de betalingsachterstand op de lening die nodig was omdat er besloten is onvoldoende inkomen te verstrekken, en hoe door beter je best te doen in de toekomst (niet) te voorkomen is dat er opnieuw financiële problemen ontstaan.

Waanzin ten top. De moed zou iedereen in de schoenen zinken. Omdat het niet uit te leggen is.

Toch gebeurt dit iedere dag. Alleen niet door één persoon. Om te voorkomen dat die uitvoerder knettergek wordt, is het volledige proces in heel veel kleine stukjes opgeknipt. Om het draaglijk te maken voor de werknemer(s) in kwestie. Om de dwaasheid van het systeem te verdoezelen. Om het geweten van de systeembeheerders (lees: de overheid) te sussen en de illusie in stand te houden dat het in Nederland goed geregeld is. Een groteske overtuiging en hemeltergende misvatting.

De oproepen tot ontschotten, tot domeinoverstijgend samenwerken, tot clusteren van instanties, zijn mede daarom tot mislukken is gedoemd. Omdat het de fundamentele weeffout niet kan verhullen. Tegelijkertijd zijn die oproepen een bewijs van het structureel falen van de overheid om al die facetten van de geldstroom te reguleren en te zorgen dat iedere Nederlander voldoende inkomen heeft om zonder dagelijkse geldstress van te leven. De voorbeelden van het pleisters plakken en noodverbanden aanleggen zijn legio: individuele inkomenstoeslag, kwijtscheldingsregelingen, het toeslagenstelsel, bijzondere bijstand en nog heel veel andere (gemeentelijke) inkomensondersteunende maatregelen. Terwijl het geld tegen de plinten klotst.

Verloop en activisme

Wat ook opvalt is het grote verloop in het sociaal domein, de zorg en het onderwijs door ziekteverzuim en ontslag nemen op zoek naar een andere baan. Nog een symptoom van het ongezond systeem: het is eensinful social structure. Mensen voelen diep van binnen feilloos aan dat het niet klopt en bezwijken onder de druk en verlamming van het verstoorde werkveld.

Tegelijkertijd is het te kort door de bocht om het een systemische crisis of systeemfalen te noemen. Niet alleen omdat het systeem wel werkt voor mensen mét geld, terwijl dat niet geldt voor degenen die rond het minimuminkomen zwerven. Wat op zijn beurt heel goed uitgelegd kan worden als onrechtvaardigheid en rechtsongelijkheid.

Het is vooral te kort door de bocht omdat ondanks de eerder door mij benoemde systeemdictatuur, wet- en regelgeving worden uitgevoerd door mensen van vlees en bloed. Die in staat zijn tot zelfstandige beslissingen. Professionals raken zeker verstrikt in regelingen, voorzieningen, protocollen en procedures die maatwerk niet eenvoudig maken. Maar het kan wel anders. Helaas zijn defensief gedrag, het niet mee willen denken, en uitzonderingen resoluut en routinematig van tafel vegen, aan de orde van de dag.

Terwijl er wel degelijk mogelijkheden zijn. Mits de uitvoerder bereid is die te onderzoeken en zich niet te laten beperken en ringeloren door foutieve en ingesleten aannames en interpretaties.

Dat vraagt wat. Namelijk activisme. Om de intensieve geldhouderij aan de kaak te stellen. Zonder tegengehouden te worden door angst of verlangen. Een beweging die van binnenuit komt. Vanuit het bestaande systeem en vanuit de persoon zelf. Een inspiratie en motivatie om actief te worden, om de vinger op de zere plek te leggen en bij te dragen aan het verlichten van het duister.

Het vraagt moed om die innerlijke drijfveer te openbaren en in te zetten. En ik durf er geld onder te verwedden dat het verloop en ziekte en heil elders zoeken spectaculair afnemen wanneer iedereen de vrijheid ervaart en zich eigen maakt, om dat sluimerende activisme tentoon te spreiden en in daden om te zetten.

Verdeeld zeer

Vorige week postte ik op LinkedIn een filmpje van Nieuw Zeer. Voor degenen die niet weten wat Nieuw Zeer is, dit zeggen ze over zichzelf: “Sketchserie over de hete hangijzers van nu, waar veel over gepraat en geschreeuwd wordt, maar te weinig om wordt gelachen.” Ze zijn intussen aan hun derde seizoen toe.

Bedelaar

In de sketch speelt Ilse Warringa een vrouw aan wie een bedelaar op een parkbankje om een euro vraagt. De vrouw weigert. De reacties op LinkedIn op het filmpje zijn wisselend. Sommigen vinden dat de vrouw met haar afwijzing en toelichting een punt heeft. Anderen vinden van niet. Een enkeling heeft het over de keus tussen iets kunnen doen en moeten doen. Weer anderen constateren dat ze een preek afsteekt in plaats van met de bedelaar in gesprek te gaan.

De brede waaier aan opmerkingen geeft al aan dat de video, ondanks de korte duur van 1 minuut en 16 seconden, gelaagd is en diverse (pijn)punten aanstipt.

Het eerste beeld is dat van een meneer die onderuitgezakt op een tas of kussen en een blikje bier in zijn hand een mevrouw om “een eurootje” vraagt. Hij is ongeschoren en maakt een beetje een laconieke indruk. Die euro krijgt hij niet, reageert de vrouw resoluut. Ze steekt van wal, laat hem de euro zien die ze hem wel wil geven, maar doet dat niet. Ze weigert voor zijn eigen bestwil. Ze helpt hem door geen geld te geven en vraagt of hij dat snapt. Vervolgens zegt ze dat ze hem geen geld geeft omdat ze hem zijn eigen initiatief niet wil ontnemen. Ze wil dat hij gaat werken en ze wil dat hij zijn leven weer oppakt. Ze heeft geld genoeg, kan hem zo honderd euro geven, maar dat lost niks op. Wel steunt ze hem, staat ze achter hem en is ze apetrots op hem als hij zichzelf aanpakt en uitdaagt. Dit alles zegt ze met een grote glimlach op haar gezicht.

De man verblikt of verbloost nauwelijks en vraagt: “Maar heb je een euro voor me?”

Vervolgens grinnikt de vrouw en zegt: “Je bent een mooie man. Je bent een mooi mannetje, echt waar.” Ze gunt hem het allerbeste, zegt ze, maar die euro – die ze omhoog houdt – krijgt hij niet. Ze lacht nog een keer, wenst hem een geweldige dag en loopt weg. De bedelaar gaat verzitten terwijl hij haar verward en ongemakkelijk nakijkt.

Vooroordeel of juiste inschatting

Vanuit een impliciete associatie – het beeld dat bestaat over bedelaars – zou je haar reactie kunnen begrijpen. Want waarom komt die meneer niet in beweging en zoekt hij geen huis? Wat helpt een euro? Waarom hangt hij daar in het park terwijl hij een sollicitatiebrief kan schrijven? Waarvoor is die ene euro? Voor meer bier? Of nog erger, voor drugs? Enzovoorts.

Bovendien: ze heeft toch gelijk dat ze hem op zijn kwaliteiten, op zijn zelfredzaamheid, op zijn eigen kracht aanspreekt? Ze gunt hem immers alles. Sterker nog: ze wil hem die euro wel geven, maar weet dat hem dat niet gaat helpen. Terwijl verandering van levensbelang is voor zijn toekomst.

Maar wat gaat er nou eigenlijk mis? Want het is helder dat dit geen lekker gesprek was. Om te beginnen: een lawine van aannames van de vrouw. Door een schijnbaar gebrek aan oprechte belangstelling en benieuwdheid. Want ze stelt geen enkele vraag. Ze bombardeert hem met stellingen en ‘goede bedoelingen’, zonder ook maar iets van zijn achtergrond te weten. Haar oordeel is kant-en-klaar. Ze praat niet met hem, maar tegen hem. Geen behoefte aan context. Geen besef van de grote invloed van die context op het getoonde gedrag. Geen gesprek vanuit betrokkenheid, maar oordelend via geveinsd engagement.

Daarnaast spreekt ze hem op infantiliserende toon aan. Denigrerend zelfs. Alsof hij als klein kind op zijn plek gezet moet worden. Alsof ze hem met haar toespraak wel even zal redden. Opnieuw: terwijl ze niet het flauwste benul heeft van de redenen waarom hij vanaf dat parkbankje bedelt.

Honderdtachtig graden

Deze houding, deze benaderingswijze, dit archetype, komt onder professionals helaas regelmatig voor. Vaak ingegeven door de doctrine van de participatiesamenleving. Zonder contact te maken, zonder betrokkenheid, maar gevangen in de dwangbuis van professionele distantie in plaats van nabijheid, verlamd door een haast geautomatiseerd reactief weerwoord.

Dat is het nieuwe zeer én het oude zeer. De neiging om mensen te categoriseren zonder hun verleden te kennen. Het onderliggende patroon niet herkennen en mensen opdrijven in plaats van remmende krachten weg te nemen. Wat contraproductief werkt – iets dat Kurt Lewin al heel lang geleden benadrukte. De vanzelfsprekendheid van snel oordelen zonder afstemmen. De min of meer blinde drang om vanuit de hoogte de ‘mislukte’ en ‘behoeftige’ mens te laten zien hoe die door anders te denken en doen alles kan veranderen. Dat het leven maakbaar is. Altijd. Als je maar wilt.

Daar moeten we echt eens mee ophouden. Bij voorkeur vandaag.

Want uit het filmpje blijkt ook dat haar handelen geen effect heeft. Haar boodschap komt niet aan bij de bedelaar. Het enige dat hij doet is haar beduusd aankijken en zijn vraag herhalen. Ze is in de veronderstelling dat ze juist heeft gehandeld, haar ‘triomfantelijke’ afscheid illustreert dat, maar heeft niet in de gaten dat ze de plank volledig misslaat.

Wanneer ze contact zou maken, vanuit haar hart, ontstaat er waarschijnlijk een heel ander gesprek. Zodra ze luistert en geen norm oplegt, groeit mogelijk een band. Dat maakt natuurlijk wel kwetsbaar, want dan kan ze ineens geraakt worden. Dat is het ‘risico’ dat ze loopt. Dat er een connectie ontstaat. En dat is misschien eng. Mogelijkerwijs zelfs ongewenst. Want verbinding kan zomaar betekenen dat je van binnenuit gemobiliseerd wordt en iets wil doen voor die meneer. Dan verdampt alle professionele distantie en wil je als mens voor die andere mens van waarde zijn. Als je jezelf toestaat om daardoor geïnspireerd te raken en uit je vertrouwde, veilige wereld stapt.

Zo simpel is het. Handelen vanuit mededogen. Meer is niet nodig. Beter gezegd: dat is alles.